Resultaten laatste RIVM-onderzoek chroom-6 bekend

Het laatste deelonderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar chroom-6 bij Defensie is vandaag gepresenteerd. Het gaat daarbij om het gebruik van chroom-6 op alle Defensielocaties in de periode van 1970 tot 2015. De onderzoekers constateren dat medewerkers op alle Defensielocaties niet altijd voldoende beschermd waren tegen blootstelling aan chroomhoudende verf. Hierdoor kunnen medewerkers ziek zijn geworden.

Eerder al verscheen het RIVM-deelonderzoek naar chroom-6 op de Prepositioned Organizational Materiel Storage (POMS)–locaties. En dat naar het gebruik van Chemical Agent Resistant Coating (CARC) op deze Amerikaanse opslagplaatsen. Veel van de opgedane kennis, ervaringen en resultaten uit het POMS-onderzoek zijn gebruikt voor het laatste deelonderzoek, om zo op basis van een voldoende zorgvuldig onderzoek wel snel duidelijkheid te geven aan (oud)-medewerkers over mogelijke blootstelling aan chroom-6 in het verleden.

De onderzoeken zijn ingesteld vanwege een toenemend aantal meldingen in de loop van 2014 van gezondheidsklachten bij (oud-)Defensiemedewerkers die onder meer op de POMS-locaties hadden gewerkt.

Excuses

Het onderzoek laat zien dat er door de hele Defensieorganisatie heen (oud-) medewerkers in aanraking kunnen zijn geweest met chroom-6. Het ging daarbij met name om werkzaamheden, waarbij medewerkers direct in aanraking kwamen met chroomhoudende verf. Denk aan het spuiten, schuren of stralen van geverfde oppervlakten. Defensie heeft daarbij niet altijd voldoende zorg gedragen voor een veilige werkplek en heeft daarin als werkgever niet altijd voldaan aan haar zorgplicht. Hiervoor biedt de staatssecretaris van Defensie, Barbara Visser, excuses aan.

Aanbevelingen

De zogenoemde Paritaire Commissie begeleidde het onderzoek. Deze bestaat uit vertegenwoordigers van de bonden, een onafhankelijk wetenschappelijk expert en een onafhankelijke communicatiedeskundige en vertegenwoordigers van Defensie, onder voorzitterschap van de heer Ruud Vreeman. De commissie doet, op basis van het RIVM-rapport en haar eigen waarnemingen en overwegingen, 5 aanbevelingen. Deze neemt de staatssecretaris van Defensie onverkort over. Het gaat hierbij om de volgende onderwerpen:

  1. Eerder al stelde Defensie de zogenoemde Uitkeringsregeling in op grond waarvan oud-medewerkers van de POMS en hun nabestaanden een uitkering konden aanvragen. De Paritaire Commissie adviseert om de bestaande Uitkeringsregeling uit te breiden, zodat ook de (oud-) medewerkers en hun nabestaanden van alle defensie locaties hier aanspraak op kunnen maken. De bonden en Defensie hebben dit advies uitgevoerd en de Uitkeringsregeling is aangepast.
  2. De commissie adviseert om geen verder grootschalig onderzoek op groepsniveau te doen naar het gebruik van chroom-6. De verwachting is dat nader onderzoek weinig nieuwe inzichten gaat opleveren. Als een individuele (oud-) medewerker aangeeft andere taken met mogelijke blootstelling aan chroom-6 te hebben gedaan, lijkt het zinvoller om dit per geval te beoordelen. (Oud-) medewerkers kunnen hiervoor terecht bij een ingesteld beoordelingspanel. In dit panel zitten twee experts op het gebied van toxicologie en arbeidsomstandigheden die zijn aangedragen door de sociale partners onder leiding van een, nog te benoemen, onafhankelijk voorzitter.
  3. In de 3e aanbeveling wordt ingegaan op de (na)zorg. De nazorg wordt zoals de Paritaire Commissie adviseert gecontinueerd en uitgebreid voor alle (oud-) medewerkers van Defensie. Op Informatiepuntchroom6.nl staat alle informatie. (Oud-) medewerkers en nabestaanden kunnen hier terecht met hun (hulp)vragen en worden van daar uit begeleid naar de instantie die hun vraag kan beantwoorden of die hen kan helpen. (Oud-) medewerkers die zijn blootgesteld aan chroom-6 en zich zorgen maken over hun gezondheid biedt Defensie bijvoorbeeld een Persoonlijk Gezondheidskundig Consult aan.  Dit bestaat uit één of meerdere gesprekken met een ervaren arbeidshygiënist, ondersteund door een arts van het Universitair Medisch Centrum Amsterdam. Het consult is bedoeld om individuele vragen en zorgen te verhelderen.
  4. De Paritaire Commissie doet de nadrukkelijke oproep om blootstelling aan álle gevaarlijke stoffen zo beperkt mogelijk te maken en de gezondheidsrisico’s verder terug te dringen. Dit staat al langere tijd hoog op de prioriteitenlijst van Defensie. Vanaf 2015 is een systematische aanpak ingezet met een plan van aanpak chroom-6. Dit plan was primair gericht op het terugdringen van de risico’s van het werken met chroom-6, maar het was ook de aanzet voor het gevaarlijke stoffen beleid in een breder perspectief. Gevaarlijke stoffen worden zoveel mogelijk vervangen door middelen zonder risico voor de gezondheid. Zo zijn al meer dan 200 gevaarlijke stoffen vervangen door minder gevaarlijke stoffen. Ook het gebruik van chroom-6 houdende verf op luchtvaartuigen wordt teruggebracht. Onlangs is bijvoorbeeld het eerste C-130 Hercules-transportvliegtuig met chroomvrije buitenkant in gebruik genomen. Mocht er toch gewerkt moeten worden met gevaarlijke stoffen dan neemt Defensie maatregelen. Zoals bijvoorbeeld goede afzuiging, hygiëne op de werkplek, voorlichting, toezicht en persoonlijke bescherming.
  5. Het is volgens de Paritaire Commissie ondoenlijk om blootstelling aan alle gevaarlijke stoffen in het verleden op dezelfde grootschalige manier te onderzoeken als bij chroom-6. De commissie adviseert Defensie om voor expertise over beroepsziekten en gevaarlijke stoffen aansluiting te zoeken bij initiatieven, zoals het nog op te richten Landelijk Expertise Centrum Stoffengerelateerde Beroepsziekten. Ook dit advies neemt Defensie over.

Met de bekendmaking van de resultaten van het chroom-6 onderzoek voor alle Defensielocaties, zijn de chroom-6 onderzoeken voor Defensie afgerond. De onderzoeken hebben lang geduurd en veel geduld gevraagd van (oud-)medewerkers die mogelijk zijn blootgesteld aan chroom-6 en eventuele nabestaanden. Defensie vond het erg belangrijk om eventuele onzekerheid weg te nemen en waar mogelijk vragen te beantwoorden. Met de resultaten van het onderzoek is zo veel mogelijk duidelijkheid gegeven. Meer informatie over ‘Hoe nu verder?’ leest u op de pagina hierover.

Meer informatie

Kijk voor meer informatie over onderstaande onderwerpen op de verschillende pagina’s van de website van het Informatiepunt:

Vragen?

Heeft u een vraag? Neem dan gerust contact op met het Informatiepunt Chroom-6.

STEL UW VRAAG

Wat is Chroom-6 & CARC?

Wat zijn chroom-6 en CARC eigenlijk voor stoffen en waarom en waar zijn deze stoffen bij Defensie gebruikt?

NAAR WAT IS CHROOM-6 & CARC?

Wie doet wat?

Bij het chroom-6 onderzoek, de regelingen en de nazorg zijn verschillende partijen betrokken.

NAAR WIE DOET WAT?