Veelgestelde vragen Regeling Uitkering chroom-6 Defensie

Voor wie?

Hoe weet ik of ik in aanmerking kom?

Wat als mijn functie niet in het overzicht staat opgenomen?
Als uw functie niet is opgenomen, dan wordt gekeken naar de werkzaamheden die u heeft gedaan. Mocht het dan nog niet goed duidelijk zijn, dan wordt advies gevraagd aan het Beoordelingspanel. Dit panel bestaat uit een onafhankelijk voorzitter en twee experts op toxicologisch en arbeidshygiënisch gebied. Waarvan een is aangedragen door de bonden. Dit beoordelingspanel geeft een bindend advies over de blootstelling.

Is de blootstellingsduur van belang?
Ja, voor bepaalde aandoeningen is de blootstellingsduur van belang.

Moet ik een zware medische keuring ondergaan om in aanmerking te komen voor een uitkering?
De aandoening moet zijn vastgesteld door een arts. Alleen wanneer een aandoening of de ernst daarvan nog onvoldoende is vastgesteld kan de uitvoerder van de regeling aanvullend medisch onderzoek laten uitvoeren.

Waarom geldt de regeling alleen voor de periode vanaf 1 januari 1970 tot 1 januari 2015? Wat als ik eerder of later ben blootgesteld aan chroom-6 en daarvan ziek ben geworden?

De onderzoeksperiode van het RIVM was 1970 tot 2015. Vandaar dat ook voor de regeling die periode van blootstelling is aangehouden.

Vanaf 1970 werd bekend dat men ziek kon worden van chroom-6 en dat men daar tegen beschermd had moeten worden.

Vanaf 2015 is bij Defensie een gericht beleid gevoerd op het voorkomen van mogelijke blootstelling aan chroom-6. Als medewerkers onverhoopt incidenteel werden blootgesteld aan chroom-6 en dit na 1 januari 2015 is gebeurd, kan geen aanspraak worden gemaakt op de Uitkeringsregeling. Dan zal de beoordeling van een aanvraag op individuele basis gebeuren.

De beoordeling van de blootstellingsgeschiedenis gebeurt door het eerder genoemde beoordelingspanel, aangevuld met een lid aangedragen door de bonden en een lid aangedragen door Defensie.

Ik heb niet direct gewerkt met chroom-6, maar ben er wel aan blootgesteld. Kan ik aanspraak maken op de Uitkeringsregeling?

Ja, onder voorwaarden kunt u aanspraak maken op de Uitkeringsregeling. In de Uitkeringsregeling wordt op basis van het onderzoek van het RIVM een onderscheid gemaakt tussen verschillende manieren van blootstelling aan chroom-6:

  • Mogelijk directe blootstelling
  • Aannemelijke achtergrondblootstelling
  • Mogelijk incidentele blootstelling

De mate van blootstelling is per functiegroep en situatie waarin de werkzaamheden zijn uitgevoerd bepaald. Ook als sprake is van achtergrondblootstelling of incidentele blootstelling kan er aanspraak gemaakt worden op de Uitkeringsregeling.

Ik heb gewerkt in een omgeving met een verhoogd risico, maar ik heb nog geen of vage/matige gezondheidsklachten. Wat is er voor mij geregeld?

Bent u (nog) niet ziek, maar bent u wel blootgesteld aan chroom-6 en maakt u zich daarom zorgen over uw gezondheid? Neem dan contact op met uw huisarts of – als u militair bent – militair huisarts. Uw (militair) huisarts bepaalt of er vervolgonderzoek nodig is naar een ziekte, die gerelateerd kan zijn aan het werken met chroom-6. Indien uw functie of uw werkzaamheden staan genoemd in de bijlagen van de Uitkeringsregeling blijkt uit het onderzoek dat u mogelijk kunt zijn blootgesteld aan chroom-6. Indien u zich zorgen maakt over uw gezondheid, ook als u geen ziekte of aandoening heeft, kunt u ook gebruik maken van het Persoonlijk Gezondheidskundig Consult. U kunt hiervoor een aanvraag indienen bij het informatiepunt chroom-6.

Ik heb als uitzendkracht met chroom-6 gewerkt, wat zijn mijn opties?

Ook als uitzendkracht kunt u een aanvraag indienen voor de Uitkeringsregeling. De regeling is ook bedoeld voor dienstplichtige of ingehuurde arbeidskrachten, die tijdelijk voor Defensie werkzaamheden verrichtten en voor wie Defensie de werkgeversplicht heeft gehad ten aanzien van de gezondheid, veiligheid en arbeidsomstandigheden. Of u verder aan alle voorwaarden voldoet die gekoppeld zijn aan de regeling, wordt beoordeeld nadat u uw aanvraag heeft ingediend.

Ik heb al een tegemoetkoming op grond van de Coulanceregeling gehad. Mijn ziekte komt niet meer voor op de lijst van ziekten die is opgenomen in de Uitkeringsregeling. Wat betekent dat?

Dat betekent dat u niet in aanmerking komt voor een uitkering op grond van de gewijzigde Uitkeringsregeling. U hoeft de tegemoetkoming die u via de Coulanceregeling hebt ontvangen echter niet terug te betalen.

Wat als ik een uitkering heb gehad op grond van de Uitkeringsregeling en ik later een andere aandoening krijg die op de lijst staat?

Dan kunt u opnieuw een aanvraag indienen voor een uitkering. U komt dan mogelijk in aanmerking voor een (aanvullende) uitkering. Wanneer u voor COPD, longfibrose of niet-immunologisch (irritatief) beroepsastma een uitkering hebt gehad en de aandoening verergert (en leidt tot een hogere AMA-score) dan kunt u ook in aanmerking komen voor een (aanvullende) uitkering.

Aanvraag regeling

Hoe dien ik een aanvraag in en hoe verloopt dit verder?

  1. Hoe wordt de aanvraag behandeld als mijn functie voorkomt in de Uitkeringsregeling?
  2. Hoe wordt mijn aanvraag behandeld als mijn functie niet voorkomt in de Uitkeringsregeling maar ik wel de werkzaamheden kan aangeven?

U vraagt de uitkering aan bij de uitvoerder van de regeling. Er bestaat een speciaal telefoonnummer voor informatieverzoeken en het opvragen van aanvraagformulieren:

  • Telefoon: 045 5798162

U dient in beide situaties (1 en 2) uw aanvraag in bij de uitvoerder van de regeling, u hoeft dit dus niet zelf eerst na te gaan. De uitvoerder van de regeling zal nagaan of uw functie is opgenomen in de Uitkeringsregeling en ook de andere voorwaarden nagaan. Het kan daarbij voorkomen dat de uitvoerder van de regeling aanvullende informatie van u nodig heeft over uw functie of werkzaamheden.

Als uw functie niet is opgenomen in de Uitkeringsregeling zal de uitvoerder van de regeling kijken naar de werkzaamheden die u heeft verricht. Mocht dat niet helemaal duidelijk zijn, of u komt niet in blootstellingscategorie die de hoogste vergoeding geeft, dan wordt uw aanvraag door de uitvoerder van de regeling voor advies aan een beoordelingspanel gestuurd. Dit beoordelingspanel beoordeelt uw blootstellingsgeschiedenis. Het beoordelingspanel kan u vragen om aanvullende informatie aan te leveren om uw aanvraag op een juiste en volledige wijze te beoordelen. Ook kan Defensie gevraagd worden om nadere informatie. Het beoordelingspanel zal na beoordeling van uw aanvraag een bindend advies geven aan de uitvoerder van de regeling over de blootstelling.

Ik heb al eerder een uitkering ontvangen vanuit de Coulanceregeling en mijn ziekte komt ook voor in de Uitkeringsregeling. Moet ik dan een aanvraag indienen voor een uitkering of word ik vanzelf door de uitvoerder van de regeling benaderd?

Nee, dat hoeft niet. In dat geval krijgen de (oud-)werknemers van defensie in principe automatisch bericht van de uitvoerder van de regeling. Er wordt geadviseerd om dit in de gaten te houden. Als u na 8 weken na 31 mei 2021 geen reactie heeft gehad, is er misschien iets verkeerd gegaan.

Mijn aanvraag voor de coulancetegemoetkoming is afgewezen. Kan ik nu opnieuw een aanvraag indienen op grond van de nieuwe regeling?

Dit is mogelijk. De uitvoerder van de regeling zal deze aanvraag dan in behandeling nemen.

Kan ik te laat zijn met mijn verzoek om een uitkering (of letselschadevergoeding)? Verjaart dit?

Heeft u een chroom-6-gerelateerde ziekte en wilt u een aanvraag doen voor een uitkering vanuit een regeling of een claim indienen? Dan is het goed om te weten dat er een limiet zit aan de tijd waarbinnen u een uitkering kunt aanvragen of een individuele letselschadeclaim kunt indienen. Dit is zo geregeld in de Nederlandse wet en heet de verjaringstermijn.

Verjaring is een moeilijk juridisch begrip. Hieronder volgt een korte uitleg, voor zowel de aanvraag van een uitkering als voor het indienen van een letselschadeclaim. Om u verder te helpen met een uitleg voor uw situatie, wordt u aangeraden uw vakbond, rechtsbijstandsverzekeraar of belangenbehartiger te benaderen. U kunt ook contact opnemen met het Informatiepunt Chroom-6.

Uitkering vanuit een regeling
Op het moment dat u een diagnose van een chroom-6-gerelateerde ziekte heeft gekregen, heeft u 5 jaar de tijd om een uitkering aan te vragen. Dit heet de relatieve verjaringstermijn. Deze termijn gaat in op het moment dat de diagnose van de ziekte bij u bekend is én het voor uw situatie geldende RIVM-onderzoek bekend is geworden en een regeling is vastgesteld. Eerder gaat deze termijn niet lopen. Dit betekent het volgende:

  • Stel u heeft al een diagnose van uw ziekte, vóórdat er een regeling is vastgesteld die voor uw situatie geldt. Als laatste datum waarop u een aanvraag kunt indienen geldt dan: de datum van het van kracht worden van een regeling, plus 5 jaar + 1 dag. (1 juni 2021 + 5 jaar  1 juni 2026)
  • Stel u wordt later ziek, en krijgt een diagnose van uw ziekte nádat er een regeling is vastgesteld die voor uw situatie geldt. Als laatste datum waarop u een aanvraag kunt indienen geldt dan: de datum van de diagnose van uw ziekte, plus 5 jaar. (diagnose 1 januari 2022 + 5 jaar  2 januari 2027)

Claim
Voor de start van de relatieve verjaringstermijn van 5 jaar voor het indienen van een letselschadeclaim moet aan twee voorwaarden zijn voldaan:

  • De diagnose van de ziekte moet gesteld zijn.
  • Duidelijk moet zijn wie de mogelijk aansprakelijke partij is.

Dus vanaf het moment dat u weet dat u ziek bent én u weet dat Defensie mogelijk aansprakelijk is, heeft u 5 jaar de tijd om Defensie een brief te sturen om Defensie aansprakelijk te stellen. U moet dus bekend zijn met zowel de diagnose, als het feit dat dit door het werk bij Defensie kan zijn ontstaan.

Defensie komt u hierin tegemoet door ervan uit te gaan dat u hiervan pas op de hoogte kunt zijn (geweest) vanaf het moment waarop het RIVM-rapport bekend is geworden, dat voor uw functie(s) geldt. Zo wordt u niet benadeeld door de lange duur van het onderzoek van het RIVM en de lange periode van onzekerheid.

Verjaring stuiten
Het is goed om te weten dat de verjaringstermijn kan worden onderbroken – juridisch heet dit stuiten. Dit kan door een brief te sturen waarin duidelijk staat dat u op een later moment op de claim terug wilt komen. Als u dit binnen de termijn van 5 jaar doet, gaat er vanaf dat moment weer een nieuwe termijn van 5 jaar lopen.

Absolute verjaringstermijn
Naast de relatieve verjaringstermijn van 5 jaar bestaat ook de absolute verjaringstermijn. Dit is een periode van 30 jaar waarbinnen u een letselschadeclaim kunt indienen, gemeten vanaf de laatste blootstelling. Defensie doet bij chroom-6 echter geen beroep op de absolute verjaringstermijn, omdat u ook na meer dan 30 jaar na de laatste blootstelling nog ziek kunt worden door blootstelling aan chroom-6.

Als ik in 2025 ziek wordt als gevolg van blootstelling voor 2015, kan ik dan alsnog een aanvraag indienen en aanspraak maken op de Uitkeringsregeling?

Ja, indien de blootstelling heeft plaatsgevonden in de periode van 1 januari 1970 tot 1 januari 2015 kunt u een aanvraag indienen voor een vergoeding op grond van de Uitkeringsregeling.

Vanwege mijn ziekte heb ik hulpmiddelen en ondersteuning nodig. Kan iemand me daarbij helpen?

Als u recht hebt op een uitkering op grond van deze regeling kunt u zo nodig advies en ondersteuning krijgen en onder voorwaarden mogelijk een vergoeding van hulpmiddelen die niet via andere wijze kunnen worden vergoed.

Hoe lang duurt het voor ik weet of ik een uitkering krijg? Welke informatie moet ik opsturen?

In principe volgt  binnen 8 weken een beslissing. Maar dit is ook afhankelijk van of alle benodigde informatie beschikbaar is. Het streven is er om u binnen een redelijke termijn antwoord op uw aanvraag te geven en uiteraard zo spoedig mogelijk. In het begin na het bekend worden van de Uitkeringsregeling als de aanvragen massaal worden ingediend zal mogelijk meer tijd nodig zijn om alle aanvragen af te handelen. Uiteraard spant men zich in dit zo snel mogelijk te laten verlopen, maar dit moet ook zorgvuldig gebeuren. Afhankelijk van de volledigheid van uw aanvraag dan wel uw dossier kan de uitvoerder van de regeling u vragen aanvullende informatie aan te leveren.

Wat beoordeelt het beoordelingspanel precies? En wanneer wordt mijn aanvraag voorgelegd aan het beoordelingspanel?

Het beoordelingspanel beoordeelt uw aanvraag op uw arbeidsverleden en vraagt zo nodig aan u of u uw aanvraag kunt onderbouwen met aanvullende informatie en mogelijk zelfs documenten. Ook kan aan Defensie nadere informatie worden gevraagd. Uw aanvraag wordt alleen aan het beoordelingspanel voorgelegd wanneer uw functie niet is opgenomen in de Uitkeringsregeling en niet duidelijk is welke werkzaamheden u precies heeft gedaan waarbij u kunt zijn blootgesteld aan chroom-6. Ook wordt advies gevraagd aan het beoordelingspanel als de uitvoerder van de regeling vaststelt dat de u recht heeft op een uitkering, maar de uitkering voor de betreffende aandoening hoger kan zijn als de feitelijke werkzaamheden in een andere blootstellingsgroep zou worden ingedeeld. Verder kan het beoordelingspanel bijvoorbeeld om advies worden gevraagd als het onduidelijk is hoe lang of in welke periode u bent blootgesteld.

Vergoeding

Waaruit bestaat de Uitkeringsregeling en welke bedragen zijn er afgesproken?

De uitkering aan de (oud) medewerker bestaat uit 2 delen:

  • Een deel voor immateriële schade (smartengeld). De hoogte van de uitkering varieert van € 5.000,- tot € 40.000,-. Dit is afhankelijk van de uitgeoefende functie, de functieduur en de aandoening.
  • Een deel voor materiële schade. Dit is een eenmalig vast bedrag van € 3.850,-. Het geld is bedoeld voor kosten die in verband met de aandoening zijn of worden gemaakt. Zoals ziektekosten die voor eigen rekening blijven, eigen risico en reiskosten.

Naast (oud) medewerkers kunnen ook nabestaanden een beroep doen op de regeling. De (oud) medewerker moet hiervoor dan wel bij leven een aanvraag ingediend hebben, of voor de Coulanceregeling. Is dit niet gebeurd? Dan kunnen de nabestaanden geen aanspraak maken op de uitkering die voor de (oud) medewerker zou gelden.

Zij komen wel in aanmerking voor een aparte uitkering van € 3.850,- die is bedoeld als tegemoetkoming voor kostend rond de begrafenis van de (oud-)medewerker)) en de € 3.850 materieel deel van de uitkering die de overledene anders zou hebben gekregen.

NB. een toegekende coulancetegemoetkoming of schadevergoeding voor chroom-6 wordt verrekend met het immaterieel deel van de uitkering.

Waar zijn deze bedragen op gebaseerd?

Het opstellen van de regeling was niet eenvoudig. Het is ingewikkelde materie waarbij niet alle wetenschappelijke onderbouwingen en definities zich lenen voor een begrijpelijke en heldere uitleg richting de betrokken (oud) defensiemedewerkers. Ook was er noch in Nederland, noch in het buitenland een volledig vergelijkbare regeling te vinden. Bij het opstellen van de regeling hebben de vakbonden en Defensie zich onder meer laten adviseren door externe experts.

Bij het bepalen van de bedragen was het voor de vakbonden van belang dat het hoogste bedrag in de regeling uitstraalt dat het leed van (oud) defensiepersoneel wordt erkend en dat Defensie serieus haar werkgeversverantwoordelijkheid invult. Daarnaast houdt de regeling rekening met de aard van de werkzaamheden, de aandoening en de duur van de blootstelling. Hierbij vormde het wetenschappelijke onderzoek van het RIVM de basis. Ook is rekening gehouden met het feit dat veel aandoeningen meerdere oorzaken kunnen hebben.

Wat als de vergoeding vanuit de regeling niet genoeg is om mijn schade te dekken?

Als er meer materiële of immateriële schade (smartengeld) is, dan kunt u naast de Uitkerings- of Coulanceregeling een letselschadeclaim indienen. Dit kan bij het Dienstencentrum Juridische Dienstverlening van het ministerie van Defensie:

Ministerie van Defensie
DOSCO/DPOD/Juridische Dienstverlening
t.a.v. Afdeling claims
Postbus 90004
3509 AA Utrecht

Een claim wordt op individuele basis beoordeeld. Zo’n beoordeling vereist zorgvuldigheid en specifieke deskundigheid en kan pas worden afgerond nadat er volledige duidelijkheid is over de medische situatie en de schadeposten. Er is veel informatie nodig om de schade te beoordelen. U kunt helpen door de relevante stukken vlot op te sturen, via uw belangenbehartiger.

Overigens betekent het indienen van een claim niet direct dat er een rechter bij betrokken wordt. De meeste zaken worden in goed onderling overleg overeengekomen. U wordt bij het indienen van een claim wel altijd geadviseerd u bij te laten staan door uw vakbond, rechtsbijstandsverzekeraar of door een belangenbehartiger. Ook kunt u contact opnemen met het Informatiepuntchroom-6.

Ik heb meerdere aandoeningen, heb ik nu recht op een hogere uitkering?

Als sprake is van meerdere aandoeningen die voorkomen op de lijst van aandoeningen in de regeling, wordt de uitkering hoger. De uitvoerder van de regeling kan u precies uitleggen wat dit voor u betekent.

Is de uitkering belastingvrij en kan de uitkering ook in termijnen worden uitbetaald?

De uitkering wordt netto vergoed, de (oud) werknemer hoeft er geen loonheffing over te betalen.

De uitvoerder van de regeling kan de uitkering in termijnen uitbetalen. Dat moet u vooraf wel zelf aanvragen. Er bestaat een speciaal telefoonnummer voor de regeling bij de uitvoerder:

  • Telefoon: 045 5798162

Ik heb een uitkering gekregen vanuit de Uitkeringsregeling. Hoe zit het met vergoedingen in de toekomst, bijvoorbeeld wanneer ik kosten maak omdat ik mijn huis niet meer zelf kan schilderen?

Als u denkt dat u meer kosten zult maken dan het standaardbedrag van €3.850,- (de materiële uitkering van de Uitkeringsregeling waarvoor u geen bewijs hoeft aan te leveren dat u kosten heeft) kunt u een letselschadeclaim indienen bij Dienstencentrum Juridische Dienstverlening van Defensie (Ministerie van Defensie, DOSCO/DPOD/Juridische Dienstverlening t.a.v. Afdeling claims, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht). Als de aansprakelijkheid wordt erkend in die letselschadeclaim, zal bij de beoordeling van de hoogte van de schade ook rekening worden gehouden met schade in de toekomst.

Het is altijd verstandig u bij te laten staan door uw vakbond, rechtsbijstandsverzekeraar of door een belangenbehartiger.

Nabestaanden

Mijn partner is overleden maar heeft voor zijn overlijden geen aanvraag voor een uitkering ingediend. Heb ik nog recht op een uitkering vanuit de Uitkeringsregeling?

Naast (oud) medewerkers kunnen ook nabestaanden een beroep doen op de regeling. De (oud) medewerker moet hiervoor dan wel bij leven een aanvraag ingediend hebben, of voor de Coulanceregeling. Is dit niet gebeurd? Dan kunnen de nabestaanden geen aanspraak maken op de uitkering die voor de (oud) medewerker zou gelden. Zij komen wel in aanmerking voor een aparte uitkering van € 3.850,- (tegemoetkoming begrafeniskosten) en de € 3.850 materieel deel van de uitkering die de overledene anders zou hebben gehad.

Als de materiele schade hoger is, kan een overlijdensschadeclaim worden ingediend bij Dienstencentrum Juridische Dienstverlening van Defensie:

Ministerie van Defensie
DOSCO/DPOD/Juridische Dienstverlening
t.a.v. Afdeling claims
Postbus 90004
3509 AA Utrecht

Mijn partner is overleden en heeft eerder een uitkering gekregen vanuit de Coulanceregeling. Heb ik nog recht op een uitkering vanuit de Uitkeringsregeling?

Als de aandoening op basis waarvan uw overleden partner eerder een coulancetegemoetkoming heeft ontvangen nog steeds voorkomt op de lijst van aandoeningen in de regeling, en aan de andere voorwaarden wordt voldaan, ontvangt u als nabestaande (zijnde de erfgenaam) (het immaterieel en/of materieel deel van) de uitkering.

NB. Een toegekende coulancetegemoetkoming of schadevergoeding voor chroom-6 wordt verrekend met het immaterieel deel van de uitkering.

Waarom krijgen nabestaanden minder dan de (oud-)medewerker?

Volgens de huidige wetgeving hebben nabestaanden geen recht op een immateriële schadevergoeding.

Als de (oud) medewerker bij leven een verzoek heeft ingediend voor de Coulanceregeling of de uitkeringsregeling maar komt te overlijden vóór het bedrag is toegekend, dan wordt het bedrag aan de erfgenamen uitgekeerd.

Als de (oud) medewerker niet bij leven een verzoek heeft ingediend, komt de nabestaande wel in aanmerking voor een aparte uitkering van € 3850,- (tegemoetkoming begrafeniskosten) en de € 3.850,-  materieel deel van de uitkering die de overledene anders zou hebben gehad.

Afwijzing aanvraag, bezwaar, claim

Wat als mijn aanvraag wordt afgewezen en ik bezwaar wil maken tegen een (voornemen tot) afwijzing?

Dan dient u binnen de aangegeven termijn bezwaar in te dienen bij de uitvoerder van de regeling. In een aantal situaties kan een bezwaarcommissie om advies worden gevraagd. Bijvoorbeeld bij een beroep op de hardheidsclausule. De uitvoerder zal u over deze mogelijkheid informeren. Ook is aangegeven op welke wijze u dit advies kan aanvragen.

De commissie zal met name oordelen over de toepassing van artikel 3, tweede lid (beoordeling op basis van werkzaamheden), artikel 12, tweede lid (bijzondere gevallen) en artikel 15 (hardheidsclausule) van de Uitkeringsregeling.

De commissie adviseert de uitvoerder van de regeling of het bezwaar gegrond is of ongegrond.  Als uw bezwaar wordt afgewezen, kunt u in beroep gaan bij de rechter. In de beslissing op bezwaar van de uitvoerder staat aangegeven wat u daarvoor op moet sturen naar de rechtbank en hoe lang u daarvoor de tijd heeft.

Kan ik naast het doen van een beroep op de regeling ook een claim indienen?

Ja, naast een beroep op de regeling, kan een (oud) werknemer een letselschadeclaim (aansprakelijkstelling) indienen.

Aanpassingen t.a.v. 2018

Waarom zijn de bedragen uit de Uitkeringsregeling voor de POMS-medewerkers voor groep 1, categorie b en c opgehoogd? 

  1. Als ik al een uitkering heb ontvangen en ik heb nu recht op een hoger bedrag, moet ik dan opnieuw een aanvraag indienen?

In de uitkeringsregeling voor de POMS-functies is voor de groep functies met directe blootstelling voor sommige aandoeningen een onderscheid gemaakt in functiecategorie A, B of C op grond van de mate van blootstelling aan chroom-6. In het onderzoek op alle defensielocaties is het niet mogelijk gebleken een functie(groep)indeling te maken met een vergelijkbaar onderscheid. Omdat door het RIVM in het onderzoek voor de overige Defensielocaties niet tot een functiegroepindeling kon worden gekomen, kon ook binnen de blootstellingsgroep met directe blootstelling geen nadere indeling in categorieën worden gemaakt.

In de aangepaste Uitkeringsregeling is dit onderscheid voor alle functies en functiecategorieën daarom losgelaten en is in alle gevallen uitgegaan van het bedrag behorend bij de hoogste mate van blootstelling. Dit betekent dat in een aantal gevallen een nabetaling zal plaatsvinden aan POMS-medewerkers die al eerder een uitkering hebben ontvangen en als die op grond van deze aanpassing een hogere uitkering zouden hebben gekregen. Zij ontvangen hier een brief over.

Waarom is de methodiek van indexering van de bedragen in de aangepaste Uitkeringsregeling anders dan in de oorspronkelijke regeling?

De wijze van indexering is in de aangepaste regeling hetzelfde als in de oorspronkelijke regeling. Net als in de oorspronkelijke regeling is de indexatie gebaseerd op de wijziging van het wettelijke minimumloon van het voorgaande jaar. Het gaat hierbij om de zogeheten autonome wijziging, waarmee wordt bedoeld dat het gaat om wijzigingen op basis van het huidige beleid.

Optioneel: Mocht het wettelijke minimumloon wijzigen als gevolg van politieke prioriteitstelling, dan is sprake van een beleidsmatige wijziging. De bedragen in de deze regeling zullen daar niet voor worden gecorrigeerd.

Waarom is in de aangepaste Uitkeringsregeling de latentietijd opgehoogd van 5 jaar naar 10 jaar?

Volgens het RIVM-onderzoek geldt bij COPD een maximale latentieperiode van vijf jaar. Dat wil zeggen: als de COPD zich meer dan vijf jaar na de laatste blootstelling aan chroom-6 heeft geopenbaard, is niet aannemelijk dat de COPD (mede) daardoor is veroorzaakt. Dit houdt verband met het herstellend vermogen van de longen. Omdat men niet altijd direct naar de arts gaat of de diagnose niet altijd direct wordt gesteld, geldt voor de regeling dat de diagnose binnen tien jaar na de laatste blootstelling moet zijn gesteld. In de regeling voor de POMS was in de toelichting vermeld dat als de diagnose voor 1 januari 2012 was gesteld, dit op tijd was.

Eerder is de Uitkeringsregeling voor de POMS-functies een fatsoenlijke regeling genoemd. Waarom is deze alsnog aangepast?

De Uitkeringsregeling voor de POMS-functies is gebaseerd op de resultaten van het RIVM-onderzoek naar de POMS-locaties. Uit dat onderzoek bleek duidelijk dat er een behoorlijk verschil in mate en duur van blootstelling was en dus ook een verschil in het risico op het krijgen van een aandoening door het werken met chroom-6. Met dat verschil in risico hebben de bonden rekening gehouden bij het bepalen van de bedragen.

In het vervolgonderzoek is het niet mogelijk geweest om de mate en duur van de blootstelling net zo gedetailleerd in beeld te brengen als bij de POMS. Wij kunnen dus ook geen onderscheid meer maken bij het bepalen van de bedragen. Daarom is ervoor gekozen om daar waar nodig alleen het hoogste bedrag te laten staan.

Om geen verschil te laten bestaan tussen POMS en de rest van Defensie krijgen degenen die een lager bedrag toegekend hebben gekregen, alsnog het verschil uitgekeerd tussen dat bedrag en het hoogste bedrag.

Achtergrond regeling & algemeen

Waarom is de Regeling Uitkering chroom-6 er?

In 2014 ontstond er veel onrust bij (oud) medewerkers van Defensie die hebben gewerkt met chroom-6 houdende stoffen en die daardoor mogelijk gezondheidsklachten hebben gekregen. Defensie heeft daarom het RIVM verzocht om onderzoek te doen. Een zogeheten paritaire commissie heeft het onderzoek begeleid. Deze bestaat uit vertegenwoordigers van de vakbonden, Defensie, een onafhankelijk wetenschappelijk expert en een onafhankelijke communicatiedeskundige onder voorzitterschap van de heer R.L. Vreeman.

De laatste fase van dit onderzoek is nu afgerond. Er is in deze fase onderzoek gedaan naar de gevolgen van het werken met chroom-6 op alle Defensie locaties in de periode 1970-2015. Uit de onderzoeksresultaten van het RIVM blijkt dat (oud-) medewerkers niet altijd voldoende beschermd waren tegen blootstelling aan chroom-6 en hierdoor ziek kunnen zijn geworden.

Daarom hebben de vakbonden en Defensie de collectieve regeling uitgebreid zodat deze ook voor alle (oud-)medewerkers van defensielocaties geldt en voor hun nabestaanden. Deze regeling houdt rekening met de aard van de werkzaamheden, de aandoening en de duur van de blootstelling.  Hierbij vormde het wetenschappelijke onderzoek van het RIVM de basis. Ook is rekening gehouden met het feit dat veel aandoeningen meerdere oorzaken kunnen hebben.

Hoe is de regeling tot stand gekomen? Waarom hebben de bonden zonder hun achterban te consulteren een regeling afgesproken?De regeling is tot stand gekomen in overleg tussen Defensie en de centrales van overheidspersoneel (vakbonden). De regeling is gebaseerd op de resultaten van het RIVM-onderzoek. Het RIVM-onderzoek werd openbaar op 31 mei.

Defensie en de bonden wilden tegelijk met deze openbaarmaking de regeling presenteren. Als het overleg over de regeling pas daarna zou zijn gestart, zou het nog langer duren voordat betrokkenen weten waar zij recht op hebben. Dit betekende wel dat over het overleg niet eerder gecommuniceerd kon worden met de achterban.

Wat is de rol van het RIVM bij de Uitkeringsregeling?

De Uitkeringsregeling is een rechtspositionele regeling afgesproken tussen Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel. De rechtspositionele regeling is gebaseerd op de resultaten van het RIVM-onderzoek en de conclusies en aanbevelingen van de Paritaire Commissie. Het RIVM en de Paritaire Commissie zijn niet betrokken bij de formele vaststelling van de Uitkeringsregeling.

Waarom is de regeling van Defensie anders dan andere chroom-6 gerelateerde regelingen zoals in Tilburg en Groningen? Waarom erkent Defensie niet gewoon aansprakelijkheid en biedt alle betrokken medewerkers een schadevergoeding van tenminste € 9.000,- aan?

De Uitkeringsregeling van Defensie is gebaseerd op de uitgangspunten van het Nederlands letselschaderecht. Volgens deze uitgangspunten moet er sprake zijn van causaal verband tussen de ziekte en de blootstelling aan chroom-6.

In Tilburg werkten mensen in het kader van een arbeidsre-integratieproject aan oude treinstellen, waarbij ze zijn blootgesteld aan chroom-6. De situatie in Tilburg is uniek en verschilt met die van Defensie. Dat zit hem onder meer in de arbeidsomstandigheden, maar ook in zaken als het ontbreken van medische zorg, toezicht en medezeggenschap.

Waarom bewijst Defensie niet dat bepaalde aandoeningen NIET door de werkzaamheden komen?

Omdat voor die aandoeningen geen wetenschappelijk bewijs bestaat dat zij kunnen zijn veroorzaakt door blootstelling aan chroom-6 tijdens de werkzaamheden.

Het is niet mogelijk een negatief gezondheidseffect uit te sluiten. Wetenschappelijk is het niet mogelijk om definitief aan te tonen dat er geen verband is tussen blootstelling aan chroom-6 en een ziekte of aandoening.

Het RIVM heeft onderzocht wat de gezondheidsrisico’s kunnen zijn van blootstelling aan chroom-6 kunnen zijn en is op basis van dit onderzoek tot een lijst van aandoeningen gekomen waarvoor wetenschappelijk bewijs bestaat dat deze door blootstelling aan chroom-6 op de POMS-locaties kunnen zijn veroorzaakt.

In de Uitkeringsregeling staan de ziektes die in verband kunnen worden gebracht of die ervan verdacht worden in verband te staan.

Defensie volgt hierbij de onderzoeksresultaten van het RIVM en neemt op basis hiervan in deze gevallen aan dat er een causaal verband bestaat tussen blootstelling aan chroom-6 en de aandoening.

Voor andere aandoeningen geldt de gewone bewijslast. Eiser moet aantonen dat zijn aandoening kan zijn veroorzaakt door blootstelling aan chroom-6 tijdens zijn werkzaamheden bij Defensie.

Wat gebeurt er als de algemene tegemoetkomingsregeling, zoals aanbevolen door de commissie Heerts, van kracht wordt? Vervalt dan de Uitkeringsregeling?

Defensie zal, zodra voldoende duidelijk is hoe de algemene tegemoetkomingsregeling er uit zal gaan zien, uiteraard met de bonden in overleg treden over de eventuele consequenties van de algemene tegemoetkomingsregeling voor de Uitkeringsregeling van de Defensie.

Geldt de Uitkeringsregeling ook voor andere gevaarlijke stoffen?

Nee, deze regeling heeft alleen betrekking op chroom-6.

Is er al een regeling voor HDI/CARC?

Er is geen regeling overeengekomen voor HDI uit CARC. Gebleken is dat de ziektes en aandoeningen overeen kwamen met de ziektes en aandoeningen die reeds in de Uitkeringsregeling zijn opgenomen.

Een van de aandoeningen wordt niet in verband gebracht met chroom-6, dat is Extrinsieke allergische alveolitis (EAA), ook wel hypersensitiviteits pneumonitis (HP). Dit is een zeer zeldzame aandoening. Als iemand zich met deze aandoening meldt, dan zal op individuele basis bekeken worden of sprake is geweest van een functie of werkzaamheden en duur waardoor men in aanmerking zou moeten komen voor een Uitkering.

 

                                  

Actuele informatie

Derde actualisatie leidt niet tot aanpassing ziektelijst [...]

Defensie neemt aanbevelingen rond de Uitkeringsregeling chroom-6 grotendeels over [...]

Commissie vindt Uitkeringsregeling chroom-6 evenwichtig [...]

Nieuwsbrieven

Nieuwsbrief februari 2022 [...]

Nieuwsbrieven mei 2021 [...]

Nieuwsbrieven januari 2021 [...]

Nieuwsbrieven april 2020 [...]

Nieuwsbrieven november 2019 [...]

Op de hoogte blijven

Registreer u bij het Informatiepunt Chroom-6 en blijf op de hoogte van actuele ontwikkelingen.

Vragen?

Heeft u een vraag? Neem dan gerust contact op met het Informatiepunt Chroom-6.

STEL UW VRAAG